Hoe herken je het patroon van duwen en trekken in de liefde?

Liefde… je verlangt naar verbinding, naar iemand bij wie je jezelf kunt zijn. Iemand die blijft. En toch lijkt het telkens mis te gaan. Je klampt je vast, of je haakt juist af zodra het serieus wordt. Herkenbaar? Dan is de kans groot dat verlatings- of bindingsangst met je meespeelt.

Misschien voel je je steeds net iets te afhankelijk van de ander. Of misschien ben jij degene die ineens ruimte nodig heeft zodra het te dichtbij komt. In beide gevallen beland je in een soort dans van aantrekken en afstoten. Vermoeiend, toch?

Herken je de Symptomen van Verlatingsangst?

Verlatingsangst ontstaat vaak al vroeg in het leven en is een diepe angst om in de steek gelaten te worden. Je bent afhankelijk van de bevestiging van de ander en doet er alles aan om niet verlaten te worden. Herken je dit?

  • Je raakt in paniek als iemand afstand neemt of je dreigt te verliezen.
  • Je zoekt voortdurend bevestiging: “Houd je nog wel van me?”
  • Jaloezie en controledrang liggen op de loer.
  • Je valt op mensen die je niet echt geven wat je nodig hebt.
  • Je voelt je snel afgewezen, zelfs bij kleine signalen.

Je blijft verlangen naar liefde, maar zodra het serieus wordt, trek je je terug. Onbewust houd je de ander op afstand. Je bent bang om door iemand die belangrijk voor je is alleen gelaten te worden. Je bent bang alleen en raak daardoor volledig in paniek. Je gedraagt je zo afhankelijk dat de ander niet bij je weg kan gaan zonder jou mee te nemen of voortdurend gerust te stellen. Je zoekt op het jaloerse af aandacht en bevestiging bij de ander. Je wordt verliefd maar het is kortstondig van aard of onbeantwoord vanwege je ‘claimgedrag’. Of je hebt wel een relatie maar ervaart daarin niet de wederkerigheid of intimiteit waar je zo naar verlangt.

Het verlangen naar verbinding is groot, maar door je ‘claimgedrag’ kan de ander zich juist benauwd voelen. Het resultaat? De afstand die je zo vreest, wordt realiteit.

En de Symptomen van Bindingsangst- herkenbaar?

Bindingsangst is het tegenovergestelde uiterste, maar komt voort uit eenzelfde diepe kwetsbaarheid. Je verlangt naar liefde, maar zodra het te dichtbij komt, schiet je in de stress, bang om ‘gesmoord’ te worden door de ander of:

  • Je bent bang jezelf te verliezen in een relatie.
  • Je hecht veel waarde aan je vrijheid en onafhankelijkheid.
  • Je bent niet in staat een langdurige, wederkerige relatie aan te gaan.
  • Je valt op mensen die emotioneel niet beschikbaar zijn.
  • Je vermijdt kwetsbaarheid of laat nooit echt jezelf zien.
Het patroon van duwen en trekken

Verlatings- en bindingsangst komen vaak samen voor in een ‘dans’ die pijnlijk herkenbaar kan zijn. De één klampt zich vast, de ander trekt zich terug. Een patroon dat zich kan blijven herhalen als het niet bewust wordt doorbroken.

Deze dynamiek lijkt misschien op toeval of pech in de liefde, maar is vaak een onbewust patroon dat je keer op keer opnieuw beleeft. Het is niet zo onschuldig als het lijkt. Het kan zo zijn dat dit patroon van ‘duwen en trekken’ als een rode draad door je leven loopt en dan wordt het tijd je dieper naar binnen te richten om te kijken of deze patronen kunnen worden doorbroken.

Hoe ontstaat Verlatingsangst?

Veel van wat we later in ons leven ervaren aan onrust, angst of relatieproblemen vindt zijn wortels in onze allereerste levensjaren. En nee, dat betekent niet dat onze ouders het “fout” hebben gedaan. Vaak zijn het omstandigheden waar niemand echt controle over had. Maar als kind ben je kwetsbaar, en wat voor een volwassene klein lijkt, kan voor een kind een diepe indruk achterlaten.

We leren ons al vroeg aan te passen. We ontwikkelen overlevingsstrategieën — soms heel subtiel — om te zorgen dat we krijgen wat we het hardst nodig hebben: liefde, veiligheid en nabijheid. Alleen verdwijnen die patronen niet vanzelf. Je kunt ze niet ‘wegdenken’ met wilskracht. Je moet ze eerst herkennen, anders blijf je ze herhalen. En dat zie je vaak terug in volwassen relaties.

De ‘wond’ verlatingsangst kan worden veroorzaak door een geboortetrauma. Denk aan een baby die lange tijd in een couveuse ligt, zonder de troostende aanraking van een ouder. Of situaties waarbij een baby direct na de geboorte van de moeder gescheiden wordt door medische complicaties. Zelfs als er goed voor het kind gezorgd wordt, kan het ontbreken van fysieke nabijheid aanvoelen als verlating.

Verlating kan zowel fysiek als emotioneel zijn. En beide vormen hebben invloed op het gevoel van veiligheid van een kind. Korte momenten van scheiding zijn normaal, daar groeien kinderen van. Maar langdurige periodes — zoals ziekenhuisopnames, een scheiding of een ouder die vaak weg is — kunnen leiden tot angst en onzekerheid.

Bij adoptie speelt deze wond bijna automatisch mee: er is sprake van een breuk met de biologische moeder. Zelfs als het kind daarna liefdevol wordt opgevangen, heeft het vaak extra bevestiging en veiligheid nodig om zich echt te kunnen hechten.

Ook trauma’s van ouders spelen een rol

Soms gaat het nog dieper. Ouders die zelf trauma’s hebben meegemaakt — bijvoorbeeld oorlog, verlies of een kille jeugd — kunnen emotioneel minder beschikbaar zijn voor hun kind, zonder dat ze dat willen. Dat kan een kind onbewust voelen.

Neem bijvoorbeeld ouders die zelf hun ouder jong zijn verloren, of die al op jonge leeftijd voor broertjes of zusjes moesten zorgen. Ze hebben misschien nooit écht kind kunnen zijn. In plaats daarvan dragen ze een onvervulde behoefte met zich mee. Hun eigen kinderen vullen dan onbewust de leegte op die zij zelf ooit hebben gevoeld.

En kinderen voelen die nood. Uit loyaliteit passen ze zich aan. Ze gaan zorgen, troosten of sterk zijn — vaak zonder dat iemand het doorheeft. Maar ergens in dat proces raken ze hun eigen behoeften kwijt.

Gezonde hechting

Een veilige basis begint bij gezonde hechting. Voor een kind is het van levensbelang om zich welkom, geliefd en veilig te voelen. Als de eerste hechting — meestal met de moeder — warm en betrouwbaar is, leert een kind: ik mag er zijn.

Vanuit die veilige basis ontstaat vertrouwen. Het kind durft de wereld te ontdekken, wetend dat het altijd mag terugvallen op de ouders. Die zijn er niet om iets van het kind te krijgen, maar om het te steunen in wie het is en mag worden.

Daar ontstaat de basis voor zelfvertrouwen en eigenwaarde — de stevige grond onder je voeten voor de rest van je leven.

Ongezonde hechting

Soms loopt het anders. Als een kind zich niet veilig kan hechten aan zijn ouders — door verlies, emotionele afwezigheid of andere omstandigheden — dan moet het zich gaan aanpassen om te overleven. Een kind is volledig afhankelijk van zijn ouders en zal er alles aan doen om verbinding te behouden.

Wanneer die veilige basis ontbreekt of dreigt weg te vallen, raakt het kind in paniek. Eerst is er angst, woede, verdriet… en uiteindelijk sluit het zich af. Het kind verstart van binnen en moet veel te vroeg op zichzelf terugvallen, terwijl het daar eigenlijk nog helemaal niet klaar voor is..

Als overlevingsstrategie gaat het kind aanvoelen wat de ouder nodig heeft, in plaats van te voelen wat het zélf nodig heeft. Zo leert het zich te gedragen op een manier die ‘liefde oplevert’, terwijl het eigen gevoel en de eigen grenzen naar de achtergrond verdwijnen.

Later in het leven zie je dat vaak terug. Moeite met grenzen stellen, altijd bezig met wat de ander wil, bang om afgewezen te worden als je voor jezelf kiest. En dat allemaal omdat je ooit hebt geleerd dat liefde voorwaardelijk is.

De oude pijn herhaalt zich in je relaties

Als een kind zich onveilig heeft gehecht, blijft het onbewust zoeken naar iemand die alsnog die gemiste liefde en warmte kan geven. Vaak wordt die hoop op de partner geprojecteerd. De ander moet dan gaan ‘vullen’ wat vroeger ontbrak — en dat legt veel druk op de relatie.

Mensen die vroeger voor hun moeder of vader zijn gaan zorgen, nemen dat zorgende gedrag vaak mee de liefde in. Ze proberen daarmee erkenning of bevestiging te krijgen van hun partner, maar die begrijpt de diepere laag daarachter meestal niet. En dus ontstaat er frustratie en onbegrip.

Zo herhaalt het patroon zich: je voelt je niet écht gezien, niet genoeg geliefd. En onbewust bevestig je voor jezelf opnieuw de pijnlijke overtuiging: zie je wel, niemand houdt écht van mij, niemand snapt mij echt, waarom word ik telkens in de steek gelaten.’

Resultaat is… Verlatingsangst!

Door jarenlang te hebben gezocht naar liefde, bevestiging en veiligheid, heb je nooit écht geleerd hoe het is om op een gezonde, gelijkwaardige manier samen te leven met een ander. In plaats daarvan heb je – vaak onbewust – strategieën ontwikkeld om te krijgen wat je zo hard nodig had. Je leerde je kwetsbaarheid te verbergen, je gevoelens te onderdrukken en je aan te passen.

Alleen zijn voelt onveilig. Zodra je alleen bent, kunnen oude gevoelens je overspoelen: verlatenheid, onbegrip, leegte. Je raakt verstrikt in de overtuiging dat jij niet goed genoeg bent, niet lief genoeg. En langzaam brokkelt je eigenwaarde af.

Maar het grootste verlies? Dat is de liefde voor jezelf kwijtraken. Want daar begint en eindigt alles mee.

Aangetast bestaansrecht

Als je als kind niet het gevoel hebt gehad dat je welkom was, kan dat diepe sporen achterlaten. Mensen met verlatingsangst voelen zich vaak ongewenst of overbodig — alsof hun bestaan er alleen toe doet als de ander dat bevestigt. De angst om verlaten te worden is zo groot, dat ze zich voortdurend aanpassen aan wat de ander nodig lijkt te willen. Ze zijn de verbinding met hun eigen gevoel en grenzen kwijtgeraakt.

Een kritische opmerking of een veranderde toon van hun partner kan al voelen als een dreigend afscheid. De dreiging van afwijzing raakt direct aan die oude wond en voelt soms zo heftig, dat het voelt alsof alles instort.

Om die angst te dempen, bouwen mensen met verlatingsangst vaak aan schijnzekerheid. Ze houden vast aan routines, vertrouwde plekken, dezelfde mensen. Niet per se omdat het ze gelukkig maakt, maar omdat het voorspelbaar is. Want voorspelbaarheid voelt veiliger dan verlies.

Diezelfde angst zorgt er ook voor dat ze in relaties blijven die eigenlijk niet goed voelen. Liever de pijn van niet helemaal gelukkig zijn, dan de angst voor het helemaal alleen zijn. Maar die houvast is vaak een illusie — een vorm van valse zekerheid die uiteindelijk geen rust geeft.

En hoe zit het met jou?

Waarschijnlijk ben jij iemand die goed is in logisch nadenken en voelt wat anderen nodig hebben — misschien zelfs beter dan zijzelf. Je bent empathisch, creatief en hebt een fijngevoelig kantje. Je wilt graag iets betekenen voor de mensen om je heen.

Maar… wat beteken je eigenlijk voor jezelf? Hoe goed zorg je écht voor jouw eigen behoeften, jouw verlangens? Zorgen voor een ander wordt pas echt krachtig als het voortkomt uit eigenliefde — uit een stevig gevoel van zelfrespect en weten wie jij bent. Want pas als je zacht kunt zijn voor jezelf, kun je ook werkelijk liefdevol zijn naar de ander.

En daar raakt verlatingsangst aan iets diepers. Want wát als je zo gewend bent om te zoeken naar liefde, dat je het niet meer kunt ontvangen?

In het volgende blog lees je waarom verlatingsangst en bindingsangst vaak hand in hand gaan — en waarom deze dynamiek zo vaak voor verwarring én aantrekking zorgt.

👉 Lees verder:  Wat is de dynamiek tussen Verlatingsangst en Bindingsangst en wat zijn mogelijke manieren om er mee om te gaan?


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *