Ben jij jou gedachten?

Ben jij jou gedachten?

“Every time you judge yourself, you break your own heart.”
Swami Kripalu


🌀 Gedachten zijn geen feiten

Stel je voor: je loopt een mooie wandeling door de natuur. Je ziet weilanden met koeien die rustig staan te grazen. Even later wandel je een stuk het bos in. Je kijkt omhoog en bewondert de hoge bomen die zachtjes ruisen in de wind. Je hoort de vogels kwetteren. Je denkt: wat een prachtige plek, wat fijn dat ik hier kan wandelen en genieten.

En precies daar gebeurt iets interessants — je neemt gedachten waar. Je denkt aan koeien, aan bomen, aan vogels en hoe mooi het is. Je neemt iets waar, je hebt een gedachte — maar je bent het niet. Laten we nog een paar simpele voorbeelden van gedachten bekijken:

👉 Denk eens aan een sinaasappel.
Ben je nu een sinaasappel?

👉 Denk nu eens aan favoriete knuffel.
Ben je dan die knuffel?

👉 Denk terug aan toen je vijf jaar oud was.
Ben je dat nog steeds?

Natuurlijk niet. Je snapt de clou: Je bent niet wat je denkt.

Maar wat doen we dan met die nare gedachten over onszelf? Van die stemmetjes in je hoofd die zeggen: ik ben niet goed genoeg, ik doe het nooit goed, anderen zijn beter dan ik. Ben je dan wél die gedachte?

Nee. Ook dat ben jij niet. Je ervaart de gedachte, je voelt misschien wat die met je doet — maar jij bént het niet. Dat kan als een klap binnenkomen. Zeker als je altijd hebt geloofd dat je bént wat je denkt. Dat je je gevoelens bént, je angsten, je onzekerheden, je successen of mislukkingen.

Het zijn gedachten. Geen feiten. Geen vaste waarheid. En geen definitie van wie jij bent.

En dat besef maakt ruimte. Ruimte om milder naar jezelf te kijken, om gedachten te laten komen en weer te laten gaan. Zoals koeien in de wei. Of bladeren in de wind.

🧠Hoe ontstaan gedachten eigenlijk?

Het lijkt soms alsof gedachten zomaar uit het niets opkomen. Maar in werkelijkheid zijn ze het resultaat van een fascinerend proces in je hersenen.

Stel je je brein voor als een supercomputer — krachtig, razendsnel en altijd actief. Het helpt je om te denken, te voelen, keuzes te maken, te onthouden. Maar hóé doet het dat?

👉 Beeld je je hersenen in als een grote, drukke stad.

  • De grijze stof, aan de buitenkant, is het centrum van de stad. Hier gebeurt het denkwerk: informatie verwerken, beslissingen nemen, plannen maken.
  • In dat stadscentrum wonen miljarden kleine bewoners: neuronen (zenuwcellen). Ze praten met elkaar via elektrische signaaltjes.
  • De witte stof, die dieper ligt, is het wegennet: snelwegen en steegjes die de stad verbinden. Het zijn verbindingen tussen neuronen, omhuld met een laagje dat zorgt dat signalen razendsnel reizen.

Elke keer dat je denkt, voelt of leert, stuurt een neuron een elektrisch signaal naar een andere. Via neurotransmitters — kleine chemische boodschappers. Hoe vaker zo’n route gebruikt wordt, hoe sterker het pad. Net als een zandpad waar je regelmatig overheen loopt: eerst nog hobbelig, maar met herhaling wordt het steviger en makkelijker begaanbaar.

Gedachten ontstaan wanneer zulke netwerken actief worden. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren doordat je iets ziet, hoort of ruikt. Stel: je ruikt versgebakken appeltaart. In een flits haalt je brein een herinnering op — en daar komt een gedachte bij, zoals: “Mmm, net als bij oma thuis.” Je hersenen koppelen dus zintuiglijke prikkels aan herinneringen, en zo ontstaat er als vanzelf een gedachte of gevoel.

Ook als je creatief denkt, zijn deze netwerken aan het werk. Soms lijkt een idee uit het niets te komen. Maar je brein is dan al op de achtergrond bezig geweest met het verbinden van losse stukjes informatie tot iets nieuws. Dat is het moment waarop de puzzel in je hoofd ineens in elkaar valt.

Zo ontstaan patronen in je denken. En zo ervaar jij de wereld, telkens opnieuw, via die ingesleten neurale routes.

“Neuronen die samen vuren, verbinden zich samen.”
Een bekende uitspraak in de neurowetenschap. Hoe vaker je een bepaalde gedachte of gevoel hebt, hoe sterker dat patroon wordt in je hersenen.

🧘 De illusie van het ‘ik’ ben

Als je blijft geloven dat je bent wat je denkt, dan begint het probleem pas echt. Gedachten als: Ik ben dom, ik ben lelijk, ik kan niet goed leren, ik ben te gevoelig — het zijn overtuigingen die veel mensen met zich meedragen. Ook ik. Misschien heeft de één er meer dan de ander, maar niemand gaat door het leven zonder overtuigingen over zichzelf.

En toch: deze gedachten zijn niet aangeboren. Toen je werd geboren, vond je jezelf nog niet dom of onhandig. Je dacht ook niet dat je knap of slim was. Je dacht überhaupt nog niets over jezelf. Al die overtuigingen zijn in de loop van je leven ontstaan — vaak al vroeg, in je kindertijd.

Vanaf jonge leeftijd bouwen we een beeld op van wie we denken te zijn. Dat zelfbeeld vormt zich uit ervaringen, opmerkingen van anderen, verwachtingen, successen, mislukkingen. Al die herinneringen en gedachten vormen samen jouw idee van ‘ik’. Maar dat ‘ik’ voelt misschien vast, terwijl het in werkelijkheid bestaat uit losse flarden. Momentopnames. Gedachten — meer niet.

En dan komt er zo’n gedachte langs als: Ik ben niet goed genoeg. Op dat moment heb je twee keuzes: je gelóóft de gedachte, of je kijkt er simpelweg naar. Dát is het verschil tussen je denkende zelf en je observerende zelf. In plaats van geloven “Ik ben niet goed genoeg,” kun je ook observerend kijken : “Er is nu een gedachte die zegt dat ik niet goed genoeg ben.” En dát is het begin van vrijheid.

Want op het moment dat je een gedachte kunt zien zonder er volledig in mee te gaan, ontstaat er ruimte. Ruimte om niet automatisch te reageren. Ruimte om te kiezen hoe je ermee omgaat.

Toch doen we vaak het tegenovergestelde. We willen die negatieve gedachten niet voelen. We vinden dat ze er niet mogen zijn. Dus duwen we ze weg, proberen ze te fixen of onderdrukken ze. Maar juist daardoor worden ze vaak alleen maar sterker.

Mark Manson noemt dat de “Feedback Loop from Hell”. Je voelt je somber → je vindt dat je je niet somber mag voelen → je voelt je slecht over het feit dat je je slecht voelt → en zo blijf je in de cirkel hangen. Of zoals Carl Jung al zei: “What you resist, persists.”

“Feedback Loop from Hell”

Je voelt je somber →
Je vindt dat je je niet somber mag voelen →
Je voelt je slecht over het feit dat je je slecht voelt →
En zo blijft het cirkeltje draaien.

Wat helpt is niet nóg harder proberen te denken of te veranderen, maar juist: kijken. Kijken naar wat er is, zonder oordeel.

🔓 Stop met geloven in je eigen gedachten

We leven in een tijd waarin alles draait om meer zelfvertrouwen, jezelf verbeteren, geloven in jezelf. Maar wat als dat ‘zelf’ waar je zo hard aan werkt — die stem in je hoofd — eigenlijk gewoon een optelsom is van oude overtuigingen en automatische gedachten?

Dan hoef je jezelf niet langer op te peppen met “Ik ben geweldig”, of neer te halen met “Ik ben waardeloos”. Je hoeft alleen maar te zien:

Ik bén niet wat ik denk. Ik bén degene die dit nu opmerkt.

En precies in die eenvoudige waarneming schuilt een stille kracht. Een vrijheid die je niet hoeft te verdienen of te forceren. Zodra je stopt met het automatisch geloven van je gedachten, ontstaat er iets nieuws: ruimte. Ademruimte.

Je hoeft jezelf niet te fixen. Je mag gewoon kijken. Voelen. Zijn.

En het mooiste is:
Zodra jij anders leert kijken naar je gedachten, verandert niet alleen je binnenwereld — de wereld om je heen beweegt met je mee.

🧘 Oefening: Kijk naar je gedachten

📍 Tijd: 5 minuten
📍 Locatie: een rustige plek

Ga zitten, sluit je ogen, adem rustig.
Breng je aandacht naar je ademhaling.

Laat een gedachte opkomen.
Iets dat je bezighoudt.
Zeg in jezelf: “Ik merk dat ik denk aan…”

Observeer zonder oordeel.
Wat voel je in je lichaam? Welke emotie?
Zeg eventueel: “Ik merk dat ik [boosheid, verdriet…] voel.”

Laat los.
Laat de gedachte zijn. Kijk ernaar.
Laat ‘m passeren als een trein. Zonder mee in te stappen.

Elke keer dat je dit doet, gebeurt er iets in je brein. De oude snelweg van automatische gedachten wordt wat minder gebruikt. En er ontstaat een nieuwe route: die van observatie, bewustzijn, afstand. Je hersenen passen zich aan — het is letterlijk neuroplasticiteit. “Neuronen die samen vuren, verbinden zich samen,” zegt men in de neurowetenschap. En dus: je kúnt andere paden creëren. Je kúnt nieuwe manieren van kijken ontwikkelen.



Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *